Biologisch produceren betekent dat u de kringloop zo veel mogelijk sluit. Het is daarom belangrijk dat u mest gebruikt van biologisch gecertificeerde dieren.
Op deze pagina lees u meer over de stikstofregels, de aan- en afvoer van mest, de verschillende categorieën meststoffen en welke biologische wetgeving er van toepassing is op meststoffen.
U mag niet meer dan 170 kg stikstof per hectare per jaar aan dierlijke mest gebruiken. Als uw dieren meer produceren dan 170 kg per hectare per jaar, dan heeft u een overschot. Dit overschot moet u afzetten naar een ander biologisch bedrijf. Dit moet u in uw administratie kunnen aantonen.
De excretienormen 2024 voor biologisch gehouden dieren staan in de tabellen van RVO.
Beheert u natuurgronden waar u minder stikstof mag gebruiken dan 170 kg per hectare? Dan telt u deze stikstofruimte van de natuurgronden mee in het bepalen van de stikstofruimte op uw bedrijf.
U mag biologische mest van uw bedrijf afvoeren en andere biologische mest aanvoeren. Maar als u biologische mest afvoert, mag u geen niet-biologische mest aanvoeren.
Niet-biologische mest aanvoeren op uw bedrijf mag alleen als:
Van elke partij dierlijke mest die u aanvoert, heeft u een verklaring van herkomst nodig. U bewaart deze verklaring bij het afleveringsbewijs van de partij mest.
Download hier de verklaring van herkomst voor aanvoer van dierlijke mest
Biologische mest mag u aanvoeren van een door Skal goedgekeurde mestintermediair. De mestintermediair moet dan geregistreerd zijn bij Skal. Ook moet de mestintermediair een geldige verklaring van Skal hebben ontvangen. In deze verklaring staat dat de mestintermediair voldoet aan de voorwaarden.
Als u biologische mest aanvoert via een mestintermediair, dan moet u de volgende formulieren bewaren:
U ontvangt en controleert deze documenten van de mestintermediair op het moment van levering, als onderdeel van uw ingangscontrole.
Bent u op zoek naar biologische mest? Of zoekt u een afnemer voor uw overschot aan biologische mest? Neem dan eens een kijkje in de Biobank van Bionext. Hier komen vraag en aanbod samen.
In Nederland hebben we meststoffen opgedeeld in drie categorieën: A, B en C. In welke categorie een meststof valt, leest u verderop op deze pagina.
Voor de meststoffen in de verschillende categorieën gelden de volgende regels:
Een biologisch landbouwbedrijf gebruikt het liefst A-meststoffen.
De volgende meststoffen zijn A-meststoffen:
In sommige speciale gevallen kunt u ontheffing aanvragen voor het percentage A-meststoffen. U kunt deze ontheffing aanvragen via Mijn.Skal.nl.
We hebben een hulpmiddel gemaakt om te berekenen of u voldoet aan het percentage A-meststoffen. U kunt hier klikken om het hulpmiddel te openen.
De volgende meststoffen zijn B-meststoffen:
Digestaat bestaat meestal voor 50% uit dierlijke mest en 50% uit co-producten (plantaardige producten). Als de dierlijke mest alleen van biologisch gecertificeerde dieren komt en de co-producten zijn toegestaan volgens bijlage II van verordening (EU) 2021/1165, dan mag het digestaat voor 50% meetellen als A-meststof. Zijn de co-producten ook (deels) aantoonbaar biologisch? Dan mag u het biologische deel van de co-producten ook meetellen als A-meststof.
Lees meer over de regelgeving rondom digestaat
Bokashi is een product gemaakt van afval- en reststoffen. Het heeft hierdoor een afvalstatus. Bokashi mag in de gangbare landbouw niet worden gebruikt als meststof. Maar in de biologische landbouw mag het wel. De wet maakt voor biologische bedrijven een uitzondering. Bokashi kan een A, B of C-meststof zijn. Dat hangt af van het materiaal waarvan u bokashi maakt.
Lees meer over de regelgeving rondom bokashi
In de biologische regelgeving is vastgelegd welke meststoffen u mag gebruiken. Dat staat in de volgende artikelen: