Mobiel menu trigger

Huisvesting en houderij

Basisvoorschriften voor huisvesting en houderij van biologische hertachtigen

a) Hertachtigen moeten beschikken over schuilplaatsen, beschutte plaatsen en hekken die de dieren geen schade berokkenen.

b) In omheinde ruimten voor gewone hertachtigen hebben de dieren de mogelijkheid om in modder te rollen, om zo hun huid te onderhouden en hun lichaamstemperatuur te reguleren.

c) De vloeren van de huisvesting zijn vlak maar niet glad.

d) De huisvesting is voorzien van een comfortabele, schone en droge lig- of rustruimte met een toereikend oppervlakte en een dichte bodem zonder lattenconstructie. In de rustruimte wordt gezorgd voor ruim voldoende en droog strooisel. Het strooisel bestaat uit stro of andere geschikte natuurlijke materialen. Het strooisel mag worden verbeterd en verrijkt met minerale producten die krachtens artikel 24 als meststof of bodemverbeteraar voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten.

e) De voederplaatsen zijn beschermd tegen weersinvloeden en zijn toegankelijk voor de dieren en verzorgers. De voederbakken staan op een verharde bodem en onder een afdak.

f) Wanneer de dieren niet voortdurend toegang tot het diervoeder hebben, zijn de voederplaatsen zo ingericht dat alle dieren gelijktijdig kunnen eten.

g) De minimumperiode voor het voeden van te zogen hertachtigen met bij voorkeur moedermelk bedraagt 90 dagen, gerekend vanaf de geboorte.

Wettekst: 848: Bijlage II deel II art. 1.9.2.2 en 464: art. 5

Bezettingsdichtheid en minimumoppervlakte van de buitenruimte

Voor de buitenruimten gelden er afhankelijk van het type hert verschillende maximale bezettingsdichtheden en minimale oppervlaktes.

Wettekst: Uitvoeringsverordening (EU) 2020/464: art. 6 en Bijlage I, deel II

Herten - Bezettingsdichtheid en minimumoppervlakte van de buitenruimte

Soort hertachtige

Minimumoppervlakte buitenruimte per omheinde ruimte

Bezettingsdichtheid — maximumaantal volwassen dieren (*) per ha

Sikahert

(Cervus nippon)

1 ha

15

Damhert

(Dama dama)

1 ha

15

Edelhert

(Cervus elaphus)

2 ha

7

Paterdavidshert

(Elaphurus davidianus)

2 ha

7

Meer dan één soort hertachtige

3 ha

7 indien edelherten of paterdavidsherten deel uitmaken van de kudde;

15 indien edelherten noch paterdavidsherten deel uitmaken van de kudde

(*) Twee hertachtigen van ten hoogste 18 maanden oud tellen voor één hertachtige.

Begroeiingsvereisten voor schuilvoorzieningen en openluchtruimten

a) Voor hertachtigen worden visuele en weerbeschermingsvoorzieningen getroffen, bij voorkeur natuurlijke beschutting zoals groepen bomen en struiken, delen van bossen of houtzomen die deel uitmaken van de omheinde buitenruimte of ren. Als dit niet het gehele jaar door voldoende haalbaar is, hebben de dieren beschikking over een overdekte kunstmatige beschutting.

b) Omheinde buitenruimten of rennen zijn uitgerust met voorzieningen of bedekt met begroeiing waarmee de dieren de huid van hun gewei kunnen afschuren.

c) In de laatste fase van de dracht en gedurende de twee weken na de geboorte van het kalf hebben vrouwelijke hertachtigen toegang tot een terrein met begroeiing waar ze hun kalveren kunnen verbergen.

d) De hekken rond de omheinde buitenruimten of rennen zijn zo geconstrueerd dat de hertachtigen niet kunnen ontsnappen.

Wettekst: (EU) 2020/464, Afdeling II, art. 8

Vereisten voor omheinde buitenruimten of rennen

a) Hertachtigen worden gehouden in omheinde buitenruimten of rennen met weidegrond voor zover de omstandigheden dat toelaten.

b) De omheinde buitenruimten of rennen zijn zo ingericht dat de verschillende soorten hertachtigen zo nodig kunnen worden gescheiden.

c) Elke omheinde buitenruimte of ren is in twee gebieden onder te verdelen óf grenst aan een andere omheinde buitenruimte of ren, zodat onderhoudsmaatregelen op elk gebied of elke omheinde buitenruimte of ren na elkaar kunnen worden uitgevoerd.

Wettekst: (EU) 2020/464: Afdeling II, art. 7

Bezoekadres
Skal Biocontrole
Dr. Klinkertweg 28a
8025 BS Zwolle
Postadres
Skal Biocontrole
Postbus 384
8000 AJ Zwolle