Mobiel menu trigger

Huisvesting en weidegang schapen en geiten

Stallen en weides zijn zo ingericht dat de dieren zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen. De dieren kunnen altijd naar buiten, tenzij dit wordt verhinderd door weers-, bodem- en gezondheidsomstandigheden. Overbegrazing en verdrassing van de weidegronden moeten voorkomen worden.

Voor de stallen gelden de volgende algemene eisen:

  • De vloeren zijn vlak maar niet glad
  • Ruimschoots voldoende daglicht
  • Ruimschoots natuurlijke ventilatie
  • 50% van het vloeroppervlak is dicht
  • Voldoende schone en droge ligruimtes, die voldoende zijn ingestrooid met stro of andere geschikte natuurlijke materialen
  • Niet-biologisch strooisel is eventueel toegestaan. Als stro ook wordt gebruikt als ruwvoer, is al het stro biologisch
  • Dieren worden niet vastgezet, tenzij dit voor de veiligheid van een enkel dier voor een zeer beperkte periode nodig is
  • Stallen en installaties worden schoongemaakt met water, stoom, reinigings- of ontsmettingsmiddelen die zijn toegestaan volgens bijlage VII van Verordening (EU) 889/2008. Ontsmettingsmiddelen met werkzame stoffen die vermeld staan in Bijlage IV, deel D van Verordening (EU) 2021/1165 zijn niet toegestaan

De minimum oppervlaktes voor geiten en schapen zijn:

Minimum oppervlaktes geiten en schapen

Lam/jong (zoogperiode 0-120 dagen)

0.35 m2 per dier

Lam/jong (opfokperiode, 121-360 dagen)

0.85 m2 per dier

Schaap/geit (productieve periode)

1.50 m2 per dier

Niet-biologische dieren beweiden op biologische weidegrond

Het is toegestaan om voor een periode niet-biologische dieren te beweiden op biologische weidegrond. Dit mag maximaal 7 maanden op hetzelfde perceel. De niet-biologische dieren mogen niet op hetzelfde moment als biologische dieren op de biologische grond aanwezig zijn.

Mest
De mest van niet-biologische dieren telt mee als A-meststof voor de periode van het jaar dat de dieren geweid worden op biologische percelen. De stalmest van deze niet-biologische dieren telt mee als B-meststof.

Beweidingsplan
De exploitant heeft in een duidelijk beweidingsplan vastgelegd:

  • welke niet-biologische dieren en …
  • … hoeveel niet-biologische dieren
  • gedurende welke periode
  • op welk perceel hebben gelopen.

Regelgeving
Verordening (EU) 2018/848, bijlage II, deel II, punt 1.4.2.1.

Bezoekadres
Skal Biocontrole
Dr. Klinkertweg 28a
8025 BS Zwolle
Postadres
Skal Biocontrole
Postbus 384
8000 AJ Zwolle