Digestaat is een restproduct van de co-vergisting. Co-vergisten is het vergisten van dierlijke mest samen met andere producten (co-producten) uit de landbouw of de voedingsindustrie. Bij co-vergisting bestaat het digestaat voor minimaal 50% uit dierlijke mest.
Op basis van Verordening (EU) 2021/1165 Bijlage II, zijn specifieke producten toegestaan voor gebruik in de vergister op een Skal-gecertificeerd bedrijf.
De leverancier van digestaat moet bij de levering het percentage A-meststoffen opgeven. De leverancier is verplicht dit percentage te onderbouwen. De afnemer van het digestaat is verplicht om de onderbouwing van het percentage A-meststoffen te verifieren.
U kunt aantonen:
Alle digestaat met biologische mest moet u op biologische percelen uitrijden. Hoe groot het aandeel biologische mest is, speelt hierbij geen rol.
U mag digestaat gebruiken op zijn biologische percelen als:
Bij elke digestaat levering overhandigt de leverancier van het digestaat aan de afnemer:
Als u niet kunt aantonen dat alle ingrediënten zijn toegestaan, dan beschouwen wij digestaat als een C-meststof. C-meststoffen mag u niet gebruiken in de biologische landbouw.
Skal kan besluiten het digestaat af te keuren als de administratie onvoldoende inzichtelijk is. Gebruik van digestaat waarvan u de samenstelling niet kunt aantonen, beschouwt Skal als een ernstige afwijking. Gebruik van digestaat met niet-toegestane ingrediënten kan decertificatie van percelen tot gevolg hebben.
Naam |
Beschrijving |
Nederlandse uitwerking |
|
Stalmest |
Producten, bestaande uit een mengsel van dierlijke mest en plantaardig materiaal (strooisel). Het product mag niet afkomstig zijn van niet-grondgebonden veehouderijen. |
Varkensmest: Niet toegestaan tenzij niet-biologische, vaste varkensmest van varkens op stro gehouden (B- meststof). Pluimveemest: Niet toegestaan Niet-biologische pluimveemest mag bedrijf niet in de biologische sector gebruiken (C-meststof). Dit geldt ook voor mest van scharrel- of vrije uitloopsystemen. Rundveemest: Schapen- en geitenmest: |
|
Gedroogde stalmest en gedehydrateerde pluimveemest |
Het product mag niet afkomstig zijn van niet- grondgebonden veehouderijen. |
"" |
|
Gecomposteerde dierlijke mest, met inbegrip van pluimveemest en gecomposteerde stalmest |
Mag worden gebruikt na gecontroleerde vergisting en/of adequate verdunning. Het product mag niet afkomstig zijn van niet- grondgebonden veehouderijen. |
"" |
|
Gecomposteerd of vergist mengsel van huishoudelijk afval |
Product op basis van aan de bron gescheiden huishoudelijk afval dat is gecomposteerd of anaeroob is vergist voor de productie van biogas Alleen huishoudelijk afval van plantaardige en van dierlijke oorsprong Alleen wanneer het is geproduceerd in een door de lidstaat aanvaard gesloten en gecontroleerd verzamelsysteem Maximumconcentratie in mg/kg droge stof: cadmium: 0,7; koper: 70; nikkel: 25; lood: 45; zink: 200; kwik: 0,4; chroom (totaal): 70; chroom (VI): niet detecteerbaar. |
Reststromen uit de industrie, retourmixen van supermarkten, horeca-afvalstromen vallen niet onder deze categorie en zijn daarom NIET toegestaan. |
|
Paddenstoelensubstraatafval |
Het oorspronkelijke substraat mag alleen producten bevatten die in deze bijlage voorkomen. |
- |
|
Gecomposteerd of vergist mengsel van plantaardig materiaal |
Product op basis van mengsels van plantaardig materiaal dat is gecomposteerd of anaëroob is vergist voor de productie van biogas |
Groencompost mag bedrijf beschouwen als A meststof, op voorwaarde dat de groencompost alleen bestaat uit bermmaaisel en snoeiafval. |
|
Producten en bijproducten van plantaardige oorsprong voor bemesting |
Voorbeelden: meel van koeken van oliehoudende zaden, cacaodoppen, moutkiemen |
Dit zijn reststromen na een fysieke bewerking. Andere reststromen en retourmixen van supermarkten zijn NIET toegestaan. |
|
Zaagsel en schaafsel,gecomposteerde boomschors |
Van hout dat na de kap niet chemisch is behandeld. |
- |
|
Vinasse en vinasse-extracten |
Met uitsluiting van ammoniakhoudende vinasse. |
Ook protamylasse is toegestaan. |
|
Dierlijke bijproducten |
Dierlijke bijproducten (met inbegrip van bijproducten van wilde dieren) van categorie 3, en de inhoud van het maag-darmkanaal van categorie 2 (categorieën 2 en 3 als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad)(1), niet afkomstig van niet-grondgebonden veehouderijen. De procedés moeten in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 142/2011(2). |
Het gaat hier over slachtafval. Hiervoor gelden dezelfde beperkingen als voor mest. Zie hierboven. |
( 1 ) Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).