Productregistratie gebeurt op ingrediëntniveau. Skal Biocontrole beoordeelt de door u opgegeven ingrediënten.
Als deze ingrediënten zijn toegestaan volgens de biologische verordening, krijgt u een goedgekeurde productspecificatie. De productnaam verschijnt op uw certificaat.
U kunt aangeven hoe u de benaming op uw bio-certificaat wilt. Dat kan afhankelijk zijn van de wensen van uw afnemers of opdrachtgevers, of van uw eigen bedrijfsvisie. De opties zijn:
De ingrediënten zijn ingedeeld in verschillende groepen met elk hun eigen eisen en aandachtspunten.
Als u biologische ingrediënten bestelt, moet u nagaan of het bedrijf waar u de biologische ingrediënten koopt, hiervoor is gecertificeerd. Van elke leverancier en/of handelaar moet u een geldige kopie van hun bio-certificaat hebben. Ook moet u minstens elk jaar controleren of uw leveranciers nog gecertificeerd zijn.
Een samengesteld biologisch product geldt ook als een biologische grondstof of biologisch ingrediënt.
Van een paar ingrediënten is vastgesteld dat deze onvoldoende biologisch beschikbaar zijn. Deze ingrediënten staan in bijlage V deel A1 (aangeduid met *) en deel B van verordening (EU) 2021/1165. Alleen deze ingrediënten mag u gangbaar (niet-biologisch) gebruiken, tot maximaal 5%.
Wilt u een ander ingrediënt gebruiken en vindt u dat het onvoldoende biologisch beschikbaar is? Dan kunt u hiervoor een ontheffing aanvragen.
Een gecertificeerd ‘bereid-met-product’ is een niet-biologisch product met ten minste één biologisch ingrediënt. Het niet-biologische ingrediënt moet wel een product zijn dat is toegestaan in een biologisch eindproduct.
Hier vindt u meer informatie over een ‘bereid-met-product’.
Voor de wijnsector is een aparte bijlage in verordening (EU) 2021/1165 opgenomen. Als uw product een wijn is, dan is het mogelijk dat er ingrediënten in deze categorie vallen. De ingrediënten zijn dan toegestaan volgens verordening (EU) 2021/1165, Bijlage V, deel D.
In punt 2 van Bijlage II deel IV van verordening (EU) 2018/848 staat beschreven welke ingrediënten u mag gebruiken voor het maken van biologische levensmiddelen. Voor het maken van wijn staat dit beschreven in punt 2 van Bijlage II deel VI en voor gisting Bijlage II deel VII, punt 1.3.
Onder deze ingrediënten vallen de volgende stoffen:
Voor sommige additieven gelden bijzondere voorwaarden. U moet zich daar aan houden als u de additieven wilt gebruiken.
Additieven mag u in principe onbeperkt gebruiken. In de bijlage zijn een aantal additieven voorzien van een sterretje (*). Deze additieven worden meegerekend als ingrediënten van agrarische oorsprong Dat betekent dat wanneer deze additieven niet-biologisch zijn, u daarvan dus in totaal maximaal 5% mag gebruiken.
U mag geen genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) gebruiken in biologische producten. GGO’s mogen ook niet in niet-biologische ingrediënten zitten die u gebruikt voor biologische producten. U moet bij uw leverancier van niet-biologische ingrediënten een GGO-vrij verklaring aanvragen en deze in uw administratie bewaren.
Gist en gistproducten zijn ingrediënten van agrarische oorsprong. Dus als het gangbare gist of gistproducten zijn, tellen ze mee in de 5%-norm.
Deze 5%-norm houdt in dat maximaal 5% van de ingrediënten van agrarische oorsprong in een biologisch gecertificeerd product gangbaar mag zijn. Het moet zijn toegestaan om deze ingrediënten in een biologisch product te gebruiken.
Gistextract bijvoorbeeld is zo’n ingrediënt. Het is geen aroma maar een ingrediënt afkomstig van landbouw. Daarom telt het mee in de berekening van agrarische grondstoffen.
U hoeft de productspecificaties niet te wijzigen als u:
In een biologisch product mag u niet zowel biologische als niet-biologische gist gebruiken.
De voorschriften voor biologische gist staan in Bijlage II deel VII van verordening (EU) 2018/848. Toegelaten technische hulpstoffen voor de productie van gist en gistproducten staan in Bijlage V deel C van verordening (EU) 2021/1165.
U mag geen ioniserende straling gebruiken.