Winkelketens worden gecertificeerd via een toelatingsonderzoek op het hoofdkantoor. Wanneer op het hoofdkantoor alle procedures goed zijn ingericht om de bio-status van producten te borgen in de hele winkelketen, ontvangen de onderliggende distributiecentra en filialen een bio-certificaat.
Natuurlijk controleert Skal of de winkels en distributiecentra in de praktijk werken volgens de procedures die zijn vastgesteld op het hoofdkantoor. Dit gebeurt via jaarlijkse inspecties bij alle filialen en distributiecentra die onder het bio-certificaat van het hoofdkantoor vallen.
Ook controleert Skal het versiebeheer. Deze controle omvat het beheren van uw bedrijfsdocumenten die procedures en werkinstructies beschrijven. Deze procedures en werkinstructies gaan over de biologische activiteiten. Een overkoepelende procedure kan ook één versiekenmerk krijgen. Een kenmerk kan een datum zijn of een versiekenmerk.
1. inventarisatie van de bio-activiteiten in uw winkel
De inspecteur brengt in kaart welk type bio-producten uw winkel verkoopt en of dit overeenkomt met het afgegeven bio-certificaat. Tijdens de rondgang in de winkel kijkt de inspecteur of uw winkel:
2. Beoordeling zelfstandige aankoop bio-producten
De inspecteur bespreekt met u of u naast de producten die worden geleverd door het hoofdkantoor ook als filiaal zelfstandig bio-producten inkoopt bij gecertificeerde bio-leveranciers. Zo ja, dan wordt bekeken welk type producten uw winkel inkoopt. Van deze producten moet u in het bezit zijn van het bio-certificaat van de leverancier. De inspecteur beoordeelt via een steekproef of de aankoopfactuur van de zelf ingekochte bio-producten aanwezig is en of er een geldig bio-certificaat van deze leverancier aanwezig is. Ook beoordeelt de inspecteur of de winkel van deze zelf ingekochte producten de ingangscontrole goed heeft uitgevoerd en geregistreerd.
3. Controle aanduidingen
Via een steekproef controleert de inspecteur of de bio-producten in uw filiaal de juiste bio-aanduidingen hebben. Dit kan gaan om private label producten (dus producten onder de handelsnaam van de winkelketen), maar ook om niet-voorverpakte producten of producten die u in de winkel zelf bereidt of afbakt. Van deze producten maakt de inspecteur een foto.
Ook beoordeelt de inspecteur de winkel- en schappresentatie. Wordt er in de winkel- en schappresentatie voorkomen dat een consument door verwarring een gangbaar product koopt in plaats van biologisch?
4. Controle bereidingsactiviteiten in de winkel
Wanneer uw winkel zélf biologische producten bereidt, beoordeelt de inspecteur of dit volgens procedure gebeurt. Voorbeelden van bereidingsactiviteiten zijn:
De inspecteur beoordeelt in de winkel of de werkwijze van bereiding zo is ingericht dat er geen risico is op vermenging met een gangbaar product. Ook beoordeelt de inspecteur of de bereide producten herleidbaar zijn naar levering. Herleidbaarheid gaat om de koppeling van aanbod in de winkel met de voorraad in magazijn. Indien er geen voorraad is , wordt de laatste pakbon ingezien (pakbon kan op papier zijn en digitaal). De inspecteur beoordeelt dan de pakbon en controleert of het product als biologisch is ontvangen.