De afgelopen jaren importeerde Arnout Verbeek, managing director van Tea Quiero International B.V., zijn Fairtrade thee via Spanje. Door de groeiende vraag vanuit de Nederlandse en West-Europese markt, gaat hij nu ook via de Rotterdamse haven importeren. Sinds kort heeft hij daarom het Europees biologisch keurmerk.
Tea Quiero International BV is gespecialiseerd in het ontwikkelen en inkopen van theeproducten. Arnout Verbeek, managing director en oprichter, opereert vanuit Nederland, maar de thee wordt grotendeels verpakt en verbouwd in Sri Lanka. Verbeek bedenkt en ontwikkelt de theeproducten, -smaken en -verpakkingen. Hij organiseert de productie, import, certificering en alle logistiek. Inmiddels wordt het theemerk Tea Quiero in 26 landen aan verschillende distributeurs geleverd, veelal aan horeca- en B2B-distributeurs in flinke volumes.
Vijf jaar geleden was biologisch nog een niche. Zelf probeer ik ook bewust bezig te zijn met voeding.
Verbeek koos voor biologisch omdat hij zich wilde onderscheiden op de theemarkt. “Vijf jaar geleden was biologisch nog een niche. Zelf probeer ik ook bewust bezig te zijn met voeding.” Hij mikt op klanten die bereid zijn iets meer te betalen voor goede kwaliteit. Een biologisch keurmerk is dan volgens hem een duidelijke plus en een herkenbaar label voor de klant. “Zelf ga ik een of twee keer per jaar naar Sri Lanka. Daar bezoek ik de theeplantages en de verpakkers om zeker te weten dat alle producten die ik source een goede achtergrond hebben en dat er goed aan de mensen wordt gedacht”.
“Op mijn website staat dat ik maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel heb staan. Het biologische certificaat geeft een bepaalde gemoedsrust, aangezien de hele keten wordt gereguleerd.”
Skal heeft op haar website een duidelijke checklist en voorbeelden staan. Door deze stap voor stap te volgen is het inspectiebezoek niks spannends.
Tea Quiero importeerde de afgelopen jaren via Spanje. Verbeek wilde al eerder een biologisch certificaat aanvragen in Nederland, maar zag op tegen de administratieve rompslomp. Achteraf onterecht, want in twee weken was de certificering rond. Hoewel sommige zaken in Spanje net iets anders geregeld zijn, zijn het proces, de administratie en de opslag vergelijkbaar. Omdat hij bekend was met het certificeringsproces in Spanje, wist hij vrij goed welke zaken geregeld moesten zijn voor de certificeringsaanvraag bij Skal. “Op de website heeft Skal een duidelijke checklist en voorbeelden staan. Door deze stap voor stap te volgen is het inspectiebezoek niks spannends.”
Het aanbod biologische thee is wereldwijd relatief beperkt, vertelt hij. “Sri Lanka is een van de grootste zwarte thee producerende landen van de wereld, toch zijn er maar vier estates waar biologische thee op redelijke schaal geproduceerd wordt. Groene thee, zwarte thee en rooibos zijn vrij goed biologisch verkrijgbaar. Maar bij biologische munt of biologische kamille of andere infusies wordt het allemaal veel ingewikkelder.” Dat hij een dubbele certificering van zowel biologisch als fairtrade prefereert, maakt het aanbod nog beperkter. De stelregel met biologisch is dat alle ingrediënten biologisch moeten zijn, maar er zijn bepaalde ingrediënten die niet tot nauwelijks biologisch verkrijgbaar zijn."
Toelichting vanuit Skal: van een paar ingrediënten is vastgesteld dat deze onvoldoende biologisch beschikbaar zijn. Deze ingrediënten staan in bijlage V deel A1 (aangeduid met *) en deel B van verordening (EU) 2021/1165. Alleen deze ingrediënten mogen gangbaar (niet-biologisch) gebruikt worden, tot maximaal 5%. Als bedrijven andere ingrediënten willen gebruiken - waarvan is vastgesteld dat het onvoldoende biologisch beschikbaar is - kan een bedrijf zelf hiervoor een ontheffing aanvragen bij de RVO (e-mail naar DRbio-import@rvo.nl).
"Op deze manier kunnen bepaalde ingrediënten, aroma’s en infusies gebruikt worden, zodat toch een heel assortiment biologische theeën verkrijgbaar is. “Het is erg fijn dat dat mag, want het helpt ondernemers om toch bepaalde producten aan te bieden. Dit geeft ook weer de mogelijkheid dat slecht verkrijgbare biologische ingrediënten op den duur toch in de juiste volumes biologisch beschikbaar komen. Dan worden deze van de uitzonderingslijst afgehaald en dit zorgt weer voor voldoende productievraag.”
Biologische thee blijft wel een bepaalde nichemarkt, verwacht Verbeek. “De gemiddelde consument kijkt nog steeds veelal naar de standaardmerken. Die zijn de laatste tijd wel bezig met MVO-certificering zoals Rainforest Alliance, dus je ziet wel dat ze stappen ondernemen. Maar ze durven de stap commercieel naar biologisch vaak nog niet te nemen. Daarom moet ik mij als bedrijf onderscheiden door het juist wel te doen en de thee producten tegen nog steeds aantrekkelijke prijzen aan te bieden. De consument is wel bereid wat extra te betalen, maar het verschil met gangbare thee moet niet te groot worden.”
Waar hij begon met een premium horeca theeconcept in mooie kartonnen doosjes en vervolgens een theeconcept voor op kantoren, wil hij nu ook graag uitbreiden naar de consumentenmarkt. “Mijn grote droom is om Tea Quiero in het supermarktschap te hebben liggen.”
Een bedrijf moet blijven innoveren, is zijn overtuiging. Daarom is hij voortdurend bezig nieuwe smaken en productlijnen op de markt te brengen. “Ik ben nu bezig om een nieuw biologisch theeconcept te ontwikkelen onder een private label. Die moeten we allemaal per product bij Skal laten registreren. In de komende periode willen ik meer merken gaan ontwikkelen en produceren.”