De 48 uur geldt vanaf het laatste moment van toediening. Bijvoorbeeld: de veehouder dient een middel met een wettelijke wachttermijn van 0 dagen toe, gedurende 5 dagen achter elkaar. Dan geldt de wachttijd vanaf dag 1 op het moment van toedienen, tot 48 uur na het moment van laatste toedienen op dag 5. De minimale wachttijd van 48 uur geldt ook bij inzet van anti-parasitaire middelen, bijvoorbeeld ontwormingsmiddelen, maar niet bij het gebruik van vaccins, homeopathische middelen en natuurlijke middelen zoals kruiden en oliën.
In de wachttijd geproduceerde producten mogen niet als biologisch worden aangeduid. Bij de productie van eieren bijvoorbeeld mogen ook de eieren die tijdens de wachttijd geproduceerd worden niet met code 0 bestempeld worden.
In de Verordening (EU) nr. 2018/848 staat informatie over de wachttijd in Deel II, Bijlage II 1.5.2.5 Op de website staat informatie over gezondheidszorg bij de verschillende biologische dieren onder het kopje ‘gezondheidszorg’ van het betreffende dier.