Ook in de biologische keten is soms ongediertebestrijding nodig. Sinds kort zijn de milieuvriendelijke laagzuurstofkamers van Eco Worldwide Solutions (EWS Group) door Skal gecertificeerd. Hierdoor kunnen insecten en andere ongewenste diertjes bestreden worden zonder de biologische keten te verbreken.
“Stel: een container met biologisch graan komt in Nederland aan, de deuren gaan open en er komen motjes uitgevlogen”, zegt Roy van Hattum, Team Leader Bio Treatment bij EWS Group. “Dan kunnen wij ervoor zorgen dat die partij weer geschikt wordt gemaakt voor de markt en daarbij zijn biologische waarde behoudt.” EWS Group levert gespecialiseerde diensten op het gebied van plaagdierbeheersing, begassing en biobehandeling van goederen in opslag.
Het bedrijf kreeg steeds vaker telefoontjes van klanten met biologisch gecertificeerde producten die besmet waren met levende insecten. Denk daarbij aan noten, zaden en granen, maar ook kruiden, thee, vanillestokjes, koffiebonen en cacao. Roy: “Maar als je een chemische bestrijding uitvoert op biologische goederen, dan raken ze hun biologische status kwijt.”
Tijdens hun zoektocht naar een biologisch alternatief kwamen ze uit bij laagzuurstofkamers. Door gedurende een bepaalde tijd bij een bepaalde temperatuur zuurstof aan de ruimte te onttrekken, gaan de aanwezige insecten en eitjes dood. Chemische toevoegingen zijn dan niet nodig. Na de behandeling moeten de goederen nog wel geschoond worden. Een dienst die zusteronderneming NCP Group (Nuts Cleaning & Packaging) aanbiedt. Roy: “Vervolgens kunnen de goederen weer de biologische markt op”.
Als consument wil je geen ongedierte aantreffen als je een zakje nootjes openmaakt
“Als consument wil je geen ongedierte aantreffen als je een zakje nootjes openmaakt”, zegt zijn collega Henri Sonnemans, QHSE Manager. “Handelaren hebben vaak grote pakhuizen. Als je een partij hebt die besmet is, wil je niet dat de rest mogelijk ook wordt besmet.” Het voordeel van de laagzuurstofkamers is dat je goederen ook preventief kunt behandelen. Chemisch (toxisch) behandelen mag in Nederland alleen curatief.
Ook conventionele partijen weten volgens Roy de weg naar de laagzuurstofkamers te vinden. “Dat non-toxische spreekt klanten aan. Je ziet dat ze steeds groener willen worden.” “Wij zullen altijd kijken hoe we het milieu zo min mogelijk kunnen belasten”, vult Henri aan.
De meeste laagzuurstofkamers injecteren CO2. EWS Group werkt met een stikstofgenerator en hoeft daardoor geen CO2 toe te voegen. Alleen energie. De warmte wordt, anders dan bij andere laagzuurstofkamers, geleverd door een warmtepomp in plaats van een op aardgas gestookt verwarmingssysteem.
Duurzaamheid en milieuvriendelijkheid zijn belangrijk voor het bedrijf. Dat ze nu een biologisch certificaat hebben, is mooi. “Maar eigenlijk zou het gemeengoed moeten zijn”, vindt Henri. “Het gaat om de manier waarop je met de materie bezig bent. Zorg dat de bestrijding puur is, zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Dat zijn allemaal gewoon zaken die bij ons in het DNA zitten.”
Je ziet een hele omslag naar het buiten houden van ongedierte. Dan hoef je ook niks te bestrijden, dat is veel beter voor je voedselveiligheid
Overigens blijven ze ook conventionele bestrijding aanbieden. “Veel behandelingen zijn voor de export, en sommige landen eisen een bepaalde chemische behandeling”, legt Roy uit. “Behandeling door middel van laagzuurstofkamers wordt niet overal erkend, dus we moeten ook chemisch bestrijden.”
Doordat zusteronderneming NCP Group zich al eerder had laten certificeren, wist EWS Group wel ongeveer waaraan ze moesten voldoen. Het certificeringsproces verliep dan ook soepel. Er is natuurlijk wat extra administratie, en verder is het volgens Henri vooral een kwestie van het goed trainen van de medewerkers. “Je moet goed uitleggen waarom iets wel of niet op een specifieke manier moet gebeuren. Medewerkers moeten bijvoorbeeld altijd de keten controleren: zijn alle producten die aangeleverd worden biologisch? En zijn de juiste kenmerken correct op de vrachtbrieven vermeld?”
De gescheiden opslag van biologische en conventionele goederen is niet aan de orde, want de goederen verlaten de ruimte waarin ze behandeld zijn pas als ze teruggaan naar de klant.
Het bezoek van de Skal-inspecteur was volgens Roy zelfs leuk. “Ze zijn alles komen bekijken en het liep allemaal goed. Wij hebben het certificaat versneld aangevraagd omdat we wat klanten hadden met producten die snel behandeld moesten worden. Dat is gelukkig ook gelukt.”
Medewerkers moeten altijd de keten controleren: zijn alle producten die aangeleverd worden biologisch?
Als het aan EWS Group ligt, wordt voorkomen dat ze überhaupt in actie moeten komen. “Vaak wordt vergeten dat het begint bij wering en bij het voorkomen dat er een probleem ontstaat”, aldus Henri. “Soms kost het ons behoorlijk wat overredingskracht om klanten ervan te overtuigen dat ze moeten zorgen dat de vloer schoon is en de goederen niet bereikbaar zijn voor ongedierte. Want dan hebben die dieren daar niets te zoeken. Vooral bij de kleinere bedrijven valt daar nog een wereld te winnen.”
Bij nieuwbouw wordt er in de voorfase met dienstverlenende bedrijven op het gebied van plaagdierbeheersing besproken hoe ze ervoor kunnen zorgen dat muizen en andere dieren niet binnen kunnen komen. Roy: “Je ziet een hele omslag naar het buiten houden van ongedierte. Dan hoef je ook niks te bestrijden, dat is veel beter voor je voedselveiligheid.” Henri vult aan: “Waar we voorheen echt als bestrijder aan de slag mochten, zitten we nu steeds vaker aan de adviserende kant.”