Mobiel menu trigger

Bij-zondere gecertificeerde: Imkerij de Oase

image

Als een woestijnherder reist beroepsimker Elmar Mook naar eigen zeggen met zijn bijen van oase naar oase. Om zijn honing biologisch te mogen noemen, moet hij zorgen dat zijn bijen uit de buurt blijven van gangbare gewassen en bewijzen dat de bronnen van nectar en stuifmeel toegestaan zijn. Hiervoor levert hij voor iedere standplaats (of oase) gebiedskaarten en een argumentatie aan bij Skal.

Voor Elmar Mook van Imkerij de Oase is het ieder jaar weer een magisch moment als hij een bijenvolk openmaakt en de wilgennectar ruikt. “Je hoeft de wilg niet gezien te hebben, maar als je die bijenkast openmaakt, ruik je dat hij bloeit. Dat is zoiets bijzonders! Het voorjaar is dan echt begonnen.”

Hij is de enige biologische beroepsimker in Nederland. Zijn bijenkasten staan onder andere in de Weerribben, de Ooijpolder en de Oostvaardersplassen. Oases in de groene woestijn noemt hij ze. Naast bloemenhoning, een mengsel van verschillende honingsoorten, verkoopt hij ook honing waarbij de voedingsbron is terug te vinden in de smaak, zoals Kastanje & Linde of Linde & Berenklauw. Het is rauwe honing, waardoor alle waardevolle stoffen, zoals enzymen en stuifmeel, maximaal aanwezig zijn.

Betoverd

De van oorsprong Amsterdammer kwam met bijen in aanraking toen hij naar de Warmonderhof ging om biologisch-dynamische landbouw te studeren. Daar koos hij voor de richting fruitteelt. “En ja, dan kom je met bijen in aanraking. Dat fascineerde mij meteen.” Nog altijd raakt hij betoverd door het mechanisme van al die bijen die samenwerken. “Nieuwgebouwde raten zijn zo mooi. Dat is toch wel stap één om dit werk leuk te vinden.”

Zijn liefde voor het vak was zo groot dat hij er zijn broodwinning van wilde maken. Hij liep een tijd mee met een Duitse Demeter-imker. Daar leerde hij veel en ontdekte dat Duitsland en Nederland de Europese biologische verordening heel verschillend interpreteren. In Duitsland reizen biologische imkers volgens hem gericht naar gangbaar koolzaad, waar ze koolzaadhoning oogsten die ze mogen verkopen als biologisch. Mook: “In Duitsland is koolzaad moeilijk te ontwijken, er is heel veel van. Maar toch, het is op zijn minst op het randje.”

De biologische manier van werken is vanzelfsprekend voor mij

Meerprijs

In Verordening (EU) 2018/848 staat dat dat de bronnen van nectar en stuifmeel in een straal van 3 km (de actieradius van een bij) rondom de locatie van de bijenkasten hoofdzakelijk moet bestaan uit biologische gewassen en/of spontane vegetatie. Onmogelijk in het volle Nederland, met veel industrie, snelwegen en gebieden waar chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, was het oordeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Mook heeft hard zijn best moeten doen om Skal en het ministerie ervan te overtuigen dat je in Nederland als imker wel degelijk aan de Europese biologische verordening kunt voldoen. Dat is uiteindelijk in 2015 gelukt.

Het was een strijd die hij liever niet had willen hoeven voeren, maar hij had niet echt een keuze, legt hij uit. “De biologische manier van werken is vanzelfsprekend voor mij. Maar het biologische certificaat is nodig om dat bedrijfsmatig te kunnen doen. De grote waarde van de biologische certificering is dat je aan de regels moet voldoen om je product biologisch te mogen noemen. Daarmee schakel je alle free riders uit. De keerzijde daarvan is dat het certificaat echt nodig is om de meerprijs te kunnen vragen. Anders kun je wel inpakken.” De biologische werkwijze is mooi maar ook arbeidsintensiever en de productie is lager.

Nectar

De meeste Nederlandse beroepsimkers leven volgens hem met name van de bestuiving. “Zij verhuren hun bijenkasten op weekbasis, vooral onder glas. Dat gebeurt vaak bij vervroegde en verlate aardbeiteelt, maar ook bij zaadveredeling.” Onder die omstandigheden hebben bijen het doorgaans niet zo prettig. “Ze worden op de verkeerde tijd van het jaar in een warme kas gezet en moeten daarna weer naar buiten, waar het een heel ander seizoen blijkt te zijn. Er zijn vaak veel te veel bijen voor de hoeveelheid bloemen die er zijn.” En dus is er te weinig nectar. “De volken krimpen ook heel hard. Vaak moeten er na twee, drie weken nieuwe volken in het gewas gezet worden, omdat er anders gewoon niet meer voldoende bestoven wordt. Op die manier wil ik niet van mijn bijen leven.”

Gebiedskaarten

Zelf krijgt Mook ook wel eens de vraag om met zijn bijen gewassen te komen bestuiven. Hij doet dat alleen als er voor de bijen genoeg te eten is. “Maar als een akkerbouwer roept: ik heb hier een bloeiend gewas, wil je er bijen neerzetten? Dan zeg ik, ja, wacht even tot de papieren rond zijn.” Want voor elke plek waar hij bijen wil neerzetten, moet hij gebiedskaarten inleveren en goed onderbouwen waarom die standplaats aan de criteria voldoet. Dat kost veel tijd en onderzoek. Bovendien kan hij daardoor niet snel schakelen.

In de meeste niet-biologische percelen is volgens hem niets te halen voor de bijen. “Als je de plekken waar bijen niks te zoeken hebben niet meetelt, zijn er ineens een heleboel mogelijkheden voor biologische imkerij van eigen bodem. In de meeste weilanden staat alleen maar gras en meestal maar één soort gras. Bij aardappels en suikerbieten hebben ze ook niks te zoeken. Dus uiteindelijk vliegen ze toch in dat natuurgebied waar je ze neergezet hebt.” Als er ergens bloemen bloeien, dan zullen bijen er terugkomen zolang er voldoende nectar is.

De grote waarde van de biologische certificering is dat je aan de regels moet voldoen om je product biologisch te mogen noemen

Biologische bijenwas

De standplaats wordt volgens hem dan ook ten onrechte gezien als het belangrijkste criterium bij biologische honing. “Als er in honing residu gevonden wordt, dan komt dat meestal van middelen die door imkers gebruikt worden en niet door middelen die op het gewas.” Denk bijvoorbeeld aan varroabestrijding.

Een gescheiden kringloop van niet-biologische en biologische bijenwas is volgens hem van ontzettend groot belang. “Niet-biologische bedrijven smelten hun oude raten om en leveren ze in bij de vakhandel. Daar worden weer nieuwe kunstraten van gemaakt. Op die manier komen dus de residuen van iedereen bij iedereen terecht. Daarom is het zo belangrijk dat imkers die omschakelen al hun raten vervangen door biologische bijenwas.” Dit is dan ook een eis uit de Europese Verordening. Mook deed dat uiteraard al lang.

Bezoekadres
Skal Biocontrole
Dr. Klinkertweg 28a
8025 BS Zwolle
Postadres
Skal Biocontrole
Postbus 384
8000 AJ Zwolle