Als landbouwinspecteur bezoek ik dagelijks biologische bedrijven. Ik bezoek alle soorten landbouwbedrijven van melkveehouders tot akkerbouwers en glastuinbouwbedrijven. Dat betekent dat geen dag hetzelfde is, want elk bedrijf is zó verschillend!
De inspectie bestaat na de kennismaking uit een rondgang over het bedrijf en daarna een administratieve controle. Via de rondgang krijg ik een beeld van het bedrijf. Bij veehouders kijk ik tijdens de rondgang naar bijvoorbeeld diermanagement, verschillende voersoorten, de stal en bezettingsgraad. Bij akkerbouwers kijk ik tijdens de rondgang naar bijvoorbeeld opslag van producten (gewassen, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen) en perceelscheidingen. Natuurlijk blijft de rondgang een momentopname, maar het geeft wel inzicht in hoe een bedrijf te werk gaat.
Een belangrijk onderdeel van de bio-regelgeving is de ingangscontrole, dat is de controle die een bedrijf uitvoert op aanvoer van producten. Biologische landbouwbedrijven moeten goed opletten bij bijvoorbeeld het aanschaffen aan krachtvoer, uitgangsmateriaal en gewasbeschermingsmiddelen: alles moet aan de biologische regels voldoen. Dit controleer ik tijdens de rondgang, maar ook via het bestuderen van de administratie. Tijdens een inspectie wordt er een steekproef genomen van de aankopen en verkopen die hebben plaatsgevonden sinds de laatste inspectie. Tijdens de inspectie maak ik een voerberekening en een mestberekening. Dit geeft een beeld over de voergift en mestgebruik van het afgelopen jaar. Zo krijg ik een goed beeld van de naleving van een bedrijf van het afgelopen jaar.
Belangrijke thema’s als bijvoorbeeld weidegang, medicijngebruik en het aanbieden van voldoende droog en schoon strooisel, controleren we ook via onaangekondigde inspecties.
De meeste bedrijven hebben het onaangekondigd gelukkig ook goed voor elkaar. Ik start een inspectie altijd met de insteek dat het bedrijf het goed voor elkaar wil hebben en goed zorgt voor zijn vee en gewassen. En vaak is dat ook wat ik constateer.