Tussen 2020 en 2025 heeft Skal 602 monsternames uitgevoerd op Nederlandse biologische producten. In 84 % van de door Skal genomen monsters zijn geen residuen aangetroffen.
Biologische bedrijven hebben tussen 2023 en 2025 86 keer melding gemaakt van residuen van niet-toegestane stoffen in een biologisch product van Nederlandse bodem. In 11 gevallen konden deze meldingen aan drift gerelateerd worden.
Residuvondsten als gevolg van drift leiden niet automatisch tot het afwaarderen van een biologische partij. Als de ondernemer zich aan de regels voor de biologische productie heeft gehouden en de juiste risicobeheersmaatregelen heeft getroffen, kan de partij de bio-status behouden.
jaar |
Aantal monsters |
Aantal monsters met residuen door drift |
2020 |
106 |
17 |
2021 |
115 |
13 |
2022 |
161 |
11 |
2023 |
141 |
16 |
2024 |
53 |
7 |
jul-25 |
26 |
4 |
totaal |
602 |
68 |
Jaar |
Aantal meldingen van partijen met residu(en) |
Aantal meldingen met residu(en) door drift |
2023 |
18 |
2 |
2024 |
30 |
3 |
Juli 2025 |
38 |
6 |
Daarnaast zijn er in 2021 en 2022 drie monsters met niet-toegestane stoffen als gevolg van irrigatiewater aangetroffen.
Residu |
Aantal keer aangetroffen |
propamocarb |
29 |
cyprodinil |
18 |
captan |
12 |
fluopyram |
11 |
prosulfocarb |
9 |
Pyrimethanil |
6 |
Sector |
Aantal residuvondsten agv drift |
Fruitteelt |
30 |
Akkerbouw |
27 |
Groenteteelt |
14 |
Glastuinbouw |
4 |
Overig |
4 |
Residuen zijn restanten van chemisch-gesynthetiseerde gewasbeschermingsmiddelen. Skal doet via monstername en analyses onderzoek naar de aanwezigheid van residuen in biologische producten. Daarnaast nemen bedrijven zelf monsters en melden partijen waarin residuen gevonden worden bij Skal. Residuen in biologische producten kunnen een teken zijn van niet-naleving van de biologische verordening. Als een bio-product een residu bevat, betekent dit niet per definitie dat het product niet meer biologisch is. Als de bedrijfsvoering voldoet aan de bio-regelgeving en het product besmet wordt ondanks alle voorzorgsmaatregelen, kan het bio-product de biologische status behouden.
Skal voert jaarlijks monsternames met bijbehorende analyses uit op biologische producten van Nederlandse bodem. Dit kan een monstername zijn tijdens de teelt, de opslag of elders in de keten. Tijdens de teelt worden bladmonsters genomen; elders in de keten zijn het monsters van geoogst product.
Wanneer er een residu van een niet-toegestane stof wordt gevonden in een biologisch product start Skal een onderzoek, omdat er dan twijfel is over de biologische status van het product. Het product wordt geblokkeerd, totdat de twijfel is weggenomen. Het onderzoek betreft inhoudelijke beoordeling van de residuen door Skal-medewerkers. Daarbij worden vragen gesteld als: is de gevonden waarde een indicatie van actief gebruik? Waar wordt het gewasbeschermingsmiddel dat aansluit bij het gevonden residu voor gebruikt? Skal verwacht van betrokken bedrijven actieve medewerking aan het onderzoek.
Biologische boeren mogen geen gebruik maken van chemisch-gesynthetiseerde gewasbeschermingsmiddelen. Toch worden er soms residuen gevonden van gewasbeschermingsmiddelen in biologische producten, meestal door besmetting via lucht, opslag, water, grond, machines, etc.
Wanneer een biologische boer in Nederland niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen heeft gebruikt, wordt het product de bio-status ontnomen. Het product komt dan niet als biologisch op de markt. Ook het perceel waarop het product geproduceerd is, wordt de bio-status ontnomen. In Nederlandse biologische teelten treft Skal het actieve gebruik van niet-toegestane middelen zo goed als nooit aan. De laatste keer dat Skal om deze reden een bio-perceel heeft gedecertificeerd was in 2020.
Het onderzoek naar residuen door Skal betreft daarom veelal geïmporteerde producten, omdat het risico op gebruik van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen, bijmenging met niet-bio producten of verwisseling van bio en niet-bio groter is in complexere aanvoerketens.
Skal doet geen systematisch onderzoek naar residuen door drift in biologische producten uit Nederland. De gerapporteerde driftgevallen in dit artikel zijn een resultaat van risicogerichte monsternames door Skal bij biologische telers, in de periode 2020 – juli 2025 en meldingen door bedrijven, in de periode 2023 – juli 2025.