Tot hun eigen verbazing is natuurvoedingswinkel Chili & Spruit van Lotte Schoenmakers en Bulekri Al- Beraki de eerste zelfstandige Nederlandse winkel met een bio-certificaat. Het stel gelooft dat gezonde voeding begint bij een gezonde bodem en probeert hun klanten mee te nemen in hun liefde voor het telen van groenten.
Natuurvoedingswinkel Chili & Spruit ligt in Malden, op zo'n vijf kilometer afstand van Nijmegen. Zo'n acht jaar geleden namen Lotte Schoenmakers en Bulekri Al-Beraki de natuurwinkel waar ze beiden werkten over. De naam van de winkel staat voor 'eten van hier' en een tikkeltje exotisch, gezond en smaakvol met een beetje pit en weerspiegelt de variatie in de winkel. Tijdens haar studie antropologie werkte Lotte in een biologische winkel en reisde en werkte een tijd in het buitenland. Eenmaal terug in Nederland ging ze tijdelijk, zo dacht ze tenminste, aan de slag in de winkel waarvan ze nu eigenaar is. “Maar ik ontmoette er mijn man en op een gegeven moment kregen we het aanbod de winkel over te nemen.”
Hij werkte jaren bij verschillende tuinderijen, zo vertelt ze. “Toen hij voor het eerst een biologische tomaat proefde, dacht hij: hèhè, zo horen tomaten te smaken”, vertelt Lotte. “Hij komt oorspronkelijk uit Irak en vond de tomaten hier nergens naar smaken. Zo is hij vanuit de tuinderij in de winkel terechtgekomen.”
Ik vind het wel terecht dat er nu een certificeringsplicht voor winkels is.
Ze bieden in hun winkel door Bulekri geteelde groenten en een groentetas aan, maar geven ook adviezen over gezond eten. Naast biologisch vinden ze lokaal en met de seizoen mee-eten ook enorm belangrijk. “Dat komt omdat mijn man en ik een passie hebben voor het telen van de groenten, dus eigenlijk met de basis. We durven nu soms producten buiten het seizoen niet aan te bieden. Als je goed kunt uitleggen waarom je dat doet en klanten het ook merken aan de smaak, dan gaan ze daar wel in mee. Je ziet ook letterlijk aan het weer hoe de cherrytomaatjes zullen smaken. Als het mooi weer is geweest, zijn ze de week erna veel lekkerder. Mensen krijgen er zo meer feeling mee. Als er putjes in de courgette zitten omdat er een hagelbui overheen is gegaan, dan kun je dat ook weer uitleggen.”
Vroeger, toen mensen lokaler aten, hadden ze meer contact met hoe eten wordt verbouwd. “Dat kun je aan je klanten meegeven door ze te laten proeven. Smaak zegt ook iets over hoe je met je grond omgaat, of je iets uit het seizoen eet, of het zongerijpt is, hoe rijp het van de plant komt. Je ziet dat onze klanten daarin meegroeien, heel leuk om te zien. Ik denk dat mensen in Nederland hun gevoel voor smaak en voor wat goede voeding is zijn kwijtgeraakt en wij vinden het belangrijk dat dat terugkomt.” Als voorbeeld geeft ze de komkommers in de winkels, die allemaal dezelfde lengte, schil en vorm hebben. “Een komkommer die daar een beetje van afwijkt hoef je bijna niet meer, omdat je dat niet gewend bent. Terwijl veel komkommers een andere vorm hebben, maar die zien we niet terug in de supermarkt.”
Grappig dat we de eerste zelfstandige winkel met een bio-certificaat zijn.
Ze is ervan overtuigd dat gezonde planten goed zijn voor de mens en het klimaat. “Een sterke plant, die goed weerbaar is tegen ziektes, goed geworteld is in een gezonde bodem en gezonde voeding krijgt, voedt jou als mens ook beter. Tegelijkertijd zorg je ook goed voor de aarde, dus eigenlijk is het een win-win-win-situatie: de aarde blijft gezond, de planten zijn gezond en jij bent gezond. Bij wetenschappelijk onderzoek naar wat gezonder is, kijken ze voornamelijk naar mineralen en vitaminen. Maar er zitten in planten ook andere stoffen die belangrijk zijn voor ons immuunsysteem, er zijn nog veel meer fyto-nutrienten zoals anti-oxidanten. En biologisch geteelde groente en fruit is daar veelal rijker aan. ”
Dat zij de eerste zelfstandige winkel met een bio-certificaat zijn, vindt ze grappig. “Ik had zelf eigenlijk niet het idee dat wij er zo snel bij waren.” Ze vindt het wel terecht dat er nu een certificeringsplicht voor winkels is. “De andere schakels in de keten worden tot over hun oren gecontroleerd, dan is het eigenlijk wel raar dat winkels gewoon kunnen doen wat ze willen. Zeker nu biologisch tegenwoordig ook op veel meer plekken verkocht wordt, is het wel belangrijk dat je zeker weet dat wat je koopt ook echt biologisch is.”
We hebben wel wat wijzigingen moeten doen in de registratie, zodat Skal kan controleren dat wat er biologisch uitgaat er ook biologisch in is gegaan.
De certificering zelf viel mee, hoewel ze bij het doorlezen van de voorbereidingslijst wel even dacht dat ze haar hele systeem moest veranderen. “We hebben wel wat wijzigingen moeten doen in de registratie, zodat Skal kan controleren dat wat er biologisch uitgaat er ook biologisch in is gegaan. Het is wel wat werk, met name aan de kassa. We verkopen namelijk ook lokale producten die niet gecertificeerd zijn. Dat zijn dan vaak hele kleine bedrijfjes die om verschillende redenen wel biologisch werken maar (nog) niet gecertificeerd zijn. Die producten kunnen we niet als biologisch verkopen en daar moet je ook in het kassasysteem onderscheid tussen maken. Het zou natuurlijk handiger zijn als alles wat we verkopen biologisch is, maar dan zouden we de kleine lokale leveranciers uitsluiten en dat willen we niet.”
Ook in de winkel moeten we goed aangeven of de producten Demeter, bio of niet-bio zijn.
Ze denkt dat de intenties bij biologische winkels wel goed zijn, maar biologisch wordt nu ook op veel plekken verkocht omdat de klant erom vraagt. “Als het je verder als winkelier weinig kan schelen of het biologisch of gangbaar is, is er meer risico dat er dingen fout gaan. Dus ik vind het wel goed dat er meer wordt gecontroleerd.”