Ad Tabak is onlangs benoemd tot voorzitter van de adviesraad van Skal. Na zijn studie in Wageningen begon Ad zijn loopbaan in 1985 als consulent bij de Rijkslandbouw voorlichtingsdienst. In 1995 maakte hij de overstap naar het beleidsdepartement in Den Haag. Hier bekleedde hij diverse beleids- en managementfuncties. Ook heeft hij 4 jaar bij de NVWA gewerkt. In totaal heeft Ad 39 jaar bij het ministerie van LVVN gewerkt. Vorig jaar april, op 64-jarige leeftijd, besloot Ad dat het tijd was voor iets nieuws en ging hij op zoek naar andere activiteiten die hij kon ondernemen.
Door druk vanuit de sector, die de toezichthouder te duur, te streng en niet servicegericht genoeg vindt, is het belangrijk om te accepteren dat er altijd een zekere mate van spanning zit tussen het uitvoeren van een publieke taak en bedrijven ondersteunen bij markttoegang
Ad’s interesse in landbouw en natuur komt voort uit zijn achtergrond, hij is geboren en opgegroeid op een akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder. “Op 18-jarige leeftijd vertrok ik naar Wageningen om te studeren. Er werd wel gevraagd door mijn ouders of ik het bedrijf wilde overnemen, maar er waren meer broers. Oké, ga jij dan maar doorleren, zeiden mijn ouders. Na mijn studie ben ik direct bij de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst aan de slag gaan.”
Tijdens zijn loopbaan is Ad verschillende uitdagingen tegengekomen. “Van 2000 tot 2004 was ik hoofd van het mestbeleid, een complex dossier. Zo introduceerden we MINAS, een systeem om boeren te laten sturen op mineralengebruik. Een mooie vorm van doelsturing, met ruimte voor boeren om op eigen wijze doelen te halen. Het is weer heel actueel. Het Europese Hof van Justitie heeft het systeem afgekeurd, MINAS voldeed niet aan de EU-nitraatrichtlijn. Nederland moest zijn mestbeleid opnieuw aanpassen. Dit betekende strengere regels voor het gebruik van meststoffen om de nitraatvervuiling in het grondwater te verminderen. Het was een spannende tijd met veel debatten in de Tweede Kamer en druk vanuit Brussel. Hoewel ik ervan genoot, was het ook een stressvolle baan.”
Bij de NVWA werkte Ad als divisiedirecteur voor dieraangelegenheden, verantwoordelijk voor toezicht op voedselveiligheid en dierenwelzijn in slachthuizen, export verzamelcentra en boerderijen.
“Dit was ook een uitdagende periode, met veel politieke aandacht. Ik werd aangesteld met de opdracht om de NVWA als toezichthouder op slachthuizen en export verzamelcentra te verbeteren. Veel aspecten van het werk bij de NVWA, zoals het toezichthouden, zijn ook bij Skal van toepassing. Door druk vanuit de sector, die de toezichthouder te duur, te streng en niet servicegericht genoeg vindt, is het belangrijk om te accepteren dat er altijd een zekere mate van spanning zit tussen het uitvoeren van een publieke taak en bedrijven ondersteunen bij markttoegang.”
Ik ben een boerenzoon, geboren en opgegroeid op een boerderij
“Wat ik uiteindelijk geleerd heb, is dat wanneer je in een overheidsfunctie zit dat je de grote lijnen en het maatschappelijk belang in de gaten moet houden. Die omgang met de politieke keuzes dat is altijd wel spanningsvol en voor een deel incident gestuurd. Als beleidsmaker en manager moet je zowel reageren op incidenten als werken aan lange termijn ontwikkeling en maatschappelijke relevantie. Dit vraagt om een balans tussen het bedienen van politieke belangen en het inspelen op de behoeften van de organisatie en de maatschappij. In mijn beleidsmanagementfuncties heb ik te maken gehad met dit spanningsveld. Het kost kracht om verder te kijken en vooruit te plannen. Voor overheidsmanagers en medewerkers is de inhoud van het werk belangrijk, maar ook het onderhouden van een goed netwerk en relaties. Als overheid ben je niet alleen regelgever en beleidsmaker, maar ook partner in ontwikkeling. Het is essentieel om mensen te kennen en relaties op orde te hebben. Dit heb ik altijd belangrijk gevonden. Het werken tussen binnen en buiten kost tijd, maar loont de moeite, vooral omdat er altijd veel gaande is.”
“Mijn ervaring leert dat een revolutionaire aanpak van een probleem meestal niet werkt. Tijdens de grote dierziektecrisissen bijvoorbeeld werd verkondigd dat alles anders moest, maar zonder voldoende betrokkenheid van stakeholders. Dit zie je nu ook bij het stikstofdossier, waar de afgelopen jaren onvoldoende vooruitgang is geboekt door een te dappere houding van de overheid. Bij mijn afscheidsspeech op het ministerie benadrukte ik het belang van samenwerken en vooruitkijken. Dit vraagt om durf en het zetten van een stip op de horizon, zoals 15% biologisch in 2030. Dit geeft energie en mobiliseert, maar als resultaatverplichting is het onzinnig, vanwege de vele beïnvloedende factoren. Een stapsgewijze aanpak met de sector is beter dan snelle, wettelijk afgedwongen veranderingen.”
Mijn ervaring leert dat een revolutionaire aanpak voor het oplossen van een probleem meestal niet werkt
“Na mijn pensionering wil ik nog actief blijven, maar niet meer voor een volledige werkweek. Mijn hart ligt zoals gezegd, bij de land- en tuinbouwsector en mijn doel is om iets goeds te doen voor de Nederlandse agrarische sector. Ik wil mijn ervaring in beleidswerk en management blijven inzetten. Een adviesraad lijkt me een mooie manier om dit te doen, samen met ondernemers die te maken hebben met Skal. ”
Verbindende vaardigheden, gevoel voor verhoudingen, en managementkwaliteiten zijn een aantal kwaliteiten van Ad die hij wil inzetten in de adviesraad. Daarnaast heeft hij door zijn loopbaan veel kennis opgedaan over de ontwikkeling van de biologische sector binnen de bredere land- en tuinbouw in Nederland, heeft hij ervaring met toezicht, plantaardige keuringsdiensten en kent hij de Europese en nationale regelgeving goed. “Biologische landbouw speelt een belangrijke rol in de transitie naar duurzamere landbouwpraktijken. Hoewel het niet de enige route is, is het een belangrijke ontwikkelrichting. De ambitie om 15% van de landbouw biologisch te maken in Nederland steun ik volledig.”
Het doel van Ad is om als voorzitter de diverse achtergronden van de ondernemers in de adviesraad samenbrengen, zorgen dat de inhoud voldoende aan bod komt, gesprekken voeren over de taak en de rol van Skal, het groepsgevoel bevorderen, maar ook aandacht hebben voor het intermenselijke contact.
Biologische landbouw speelt een belangrijke rol in de transitie naar duurzamere landbouwpraktijken
“Ik ben voorzitter van adviescommissies voor subsidieregelingen van het ministerie, waar subsidieaanvragen worden beoordeeld en gerankt. Daarnaast werk ik als zelfstandig strategisch adviseur bij Wing, een adviesbureau voor landbouw en het landelijk gebied. Hier ben ik betrokken bij projecten voor provincies en denk ik mee over ontwikkelrichtingen. Ik werk ongeveer een halve werkweek aan deze activiteiten. Zolang ik de energie en gezondheid heb, blijf ik me graag inzetten.”
Zijn intrinsieke motivatie komt voort uit zijn achtergrond als boerenzoon en studie in Wageningen. Ad gelooft sterk in verandering en evolutie. De Nederlandse landbouw heeft behoefte aan verandering,” zegt hij, “mijn motivatie ligt in het helpen van de sector om deze veranderingen in gang te zetten.” Na zijn tijd bij het ministerie verbindt hij zich zoals hij zelf zegt als ‘ambteloos burger’ aan initiatieven zoals Wing en Skal. “Ik wil graag Skal voorzien van adviezen, gevraagd en ondervraagd en de organisatie helpen om haar rol en functie te vervullen voor een goede biologische sector. Ik ben iemand die verbinding zoekt, maar ben ook duidelijk, soms streng en stevig, rechtvaardig en gedisciplineerd. Je moet wel een zekere taaiheid hebben en Ausdauer om resultaten te bereiken.”
Ad is op 7 maart 2025 aangesteld. Wij wensen Ad veel succes en plezier bij Skal!