Terwijl honderden boeren met hun trekkers naar Den Haag trekken, trek ik het land in om onaangekondigde inspecties uit te voeren bij bio-boeren. Ik hoop dat ik ze aantref en ze niet allen op het Malieveld staan om mee te protesteren.
De eerste pluimveehouder die ik bezoek is inderdaad aan het protesteren. Gelukkig kan zijn invaller ons de uitloop tonen. Tijdens deze onaangekondigde inspectie bekijk ik alleen of de uitloop gebruikt wordt en of de inrichting voldoende schuilmogelijkheden biedt voor de kippen. De uitloop ziet er goed uit, ik zie schaduwbeplanting en schuilmogelijkheden. Maar ik zie geen kippen!
Een biologische kip moet volgens de bio-wetgeving één derde van haar leven toegang hebben tot de uitloop. Ten minste één derde van het leven komt neer op acht uur per dag. De meeste pluimveehouders kiezen er daarom voor om de uitloop om 10 uur ’s ochtends te openen. Dankzij alle files vandaag is het nu voorbij 10’en, dus ik ben benieuwd waarom de kippen nog niet buiten zijn. In de stal aangekomen zie ik in het computersysteem dat de uitloop vandaag pas om 12 uur opengaat en openblijft tot ’s avonds laat. Dit wordt ter plekke aangepast naar 10 uur. Dus zonder een afwijking te hoeven schrijven, spring ik weer in de auto. Het is duidelijk dat het pluimvee voldoende uitloop aangeboden krijgt en deze pluimveehouder aan de bio-verordening voldoet.
Vandaag ook een onaangekondigde inspectie bij een varkenshouder. Bij aankomst zijn de boer en zijn vrouw duidelijk verrast dat er bij hen een onaangekondigde inspectie plaatsvindt. Ze hebben bij vorige inspecties immers aangetoond de regels goed na te leven? Enigszins gerustgesteld door mijn uitleg dat deze onaangekondigde inspecties via een steekproef plaatsvinden en niet op basis van de risicobeoordeling per bedrijf, lopen we richting de varkensstal. Eerst bekijk ik de uitloop waar de varkens rustig van het zonnetje liggen te genieten. Daarna beoordeel ik ook de binnenruimte. Er is voldoende schoon strooisel in de stal, voldoende daglicht en de natuurlijke ventilatie zorgt voor een prima binnenklimaat. Ik kan de varkenshouder dan ook gerust stellen, alles voldoet.
Later op de dag bezoek ik onaangekondigd nog een biologisch melkveebedrijf. Een prachtbedrijf met een charmant kaaswinkeltje en moderne stallen. Mijn hart smelt bij de pasgeboren kalfjes die met hun moeder in een halfopen stal staan in het verse stro. De melkgevende koeien kunnen zelf de stal in- en uitlopen. Veel mooier dan dit wordt een boerenbedrijf niet. Terwijl ik me omdraai zie ik echter jongvee in een oudere stal staan… Ik ga op verkenning en constateer dat een gedeelte van het jongvee hier geen weidegang krijgt. Uit het gesprek met de boer blijkt dat de dieren naar binnen zijn gehaald vanwege het erg natte weer. Toen ik net in de weide liep, had ik al gemerkt dat de grond inderdaad erg drassig is. In de herfst en met de vele regen van de afgelopen dagen is dit geen onbekend probleem, een afwijking schrijven is hier dan ook niet op zijn plek. De boer mag trots zijn op zijn bedrijf dat volop in ontwikkeling is.
En terugblikkend op deze dag, natuurlijk wederom in de file, durf ik wel te stellen dat wij in Nederland trots mogen zijn op onze biologische boeren. Terecht dat ze daar aandacht voor vragen!